To Be Frank
Frank Keizers debuut, Dear world, fuck off, ik ga golfen was een cryptische deconstructie van de staat van de wereld anno 2014. Het was een goed boek, maar soms een beetje te geschreven, als dat ergens op slaat. De regels waren zo doordacht dat ze de vitaliteit misten van zijn goede vriend Maarten van der Graaff, of de in-your-face kwaliteit van duidelijke invloed Jeroen Mettes, wiens gedichten een beetje lezen alsof je een tractor probeert door te slikken.
Keizers tweede, Mijn eigen problemen, is het spiegelbeeld van zijn debuut, een bundel over zijn in de wereld, in plaats van de wereld zelf. En hij is tien keer beter.
want onder normale omstandigheden
had ik mijn identiteit overbodig verklaard
(wat me eenzaam en arrogant maakte)
identiteit vond ik bij anderen
die zichzelf waren
‘Bringing it closer down to where you really are’, zoals het motto al aankondigt. De ideeën zijn vrij en woest en lopen op zichzelf, in plaats van dat ze zijn ingepakt in obscure verwijzingen naar eilanden voor de kust van Florida. Als ik doordraaf is het omdat deze bundel mijn hoofd in brand steekt.
es gibt kein richtigen Leben im Falschen
leer ik van Adorno, en daarna heb ik
een tijdlang gezwegen
en toch doorgeleefd
Dat “toch” is zo goed. ‘en toch doorgeleefd’. De kleine hypocrisie ervan, alsof je eigen voortbestaan haaks staat op je principes.
Dit gaat zo door, op Twitter-tempo, en aan het einde ben je leeg. Mijn eigen problemen laat zien wat vervreemding nog betekent nu we het postmodernisme zo’n beetje achter ons hebben gelaten, en met zo’n omschrijving is het misschien nog wel het indrukwekkendste hoe duidelijk de bundel eigenlijk is. Frank Keizer weet wat hij wil zeggen. Zijn straffe, aforistische stijl lijkt soms meer gemeen te hebben met types als Nietzsche of Walter Benjamin dan met wat er momenteel in Nederland aan gedichten wordt geschreven.
Maar vergis je niet: dit is poëzie van nu, en het gaat over ons. Dit is jong zijn in 2015. Buig voor de keizer.