Nietsdoen is geen optie
In Wildcamera verenigt Martin Reints (1950) de twee genres die hem het liefst zijn: gedichten en essays. Dit is dus een bundel met poëzie en proza maar je krijgt niet de indruk dat het voor Reints wezenlijk verschillende dingen zijn, hij kijkt op een en dezelfde manier naar de werkelijkheid, namelijk als een wildcamera: niet selectief, psychologiserend of filosofisch maar met een open blik voor alles. Dat is als je er goed over nadenkt best bijzonder, zeker voor een dichter, die immers graag de ‘poëtische’, opvallende kant van dingen in ogenschouw neemt. Maar voor Reints zijn details net zo werkelijk en waardevol als wat op de voorgrond lijkt te treden. Neem ‘Iepenloftspul’ over een openlucht toneelstuk waarbij Reints niet zozeer naar het toneel en de spelers kijkt alswel naar de rondscharrelende kippen, immers net zo reëel als de handelende spelers: ‘Het duizelt me als ik besef hoeveel werkelijkheden er naast elkaar bestaan.’
Zo, zonder vooroordeel of premissen, exploiteert Reints de wildcamera in hem zelf, niet alleen als kijker maar ook als ervaringsdeskundige. Het levert poëzie op die stille gaten en hoekjes van het leven in beeld brengt, zoals hier in ‘Stretchlimo’s’:
Ik zei iets tegen iemand
maar ik weet eigenlijk niet meer wat
en ik ben vergeten tegen wie
ik probeer me te herinneren waar het was
Een mededeling van bijna niets maar, toch evengoed realiteit.
Dit is in zekere zin stillevenkunst, kunst die vindt dat ook het onooglijke detail de moeite van het beschrijven waard is, want: ‘Nietsdoen is geen optie’. Het levert gedichten op die op een bijzondere manier spannend zijn, doordat de blik op het ongebruikelijke, tegelijkertijd doodgewone is gericht, en dat ook nog eens zonder bijzondere boodschap of nadrukkelijke opwinding. Nuchter dus, zo extreem nuchter dat het vanzelf enorm betekenisvol en zelfs universeel wordt, zoals in ‘Verwaaid gras’: ‘er is van alles/ tot het verdwijnt.’
Thomas Möhlmann en Rob Schouten