Poëzieclub Live

Awater Live wil het poëzietijdschrift Awater en de Poëzieclub breder onder de aandacht brengen. Bij het verschijnen van iedere editie organiseren we daarom twee evenementen waarop we deze editie van Awater presenteren, ofwel we sluiten aan bij bestaande evenementen om de betreffende editie van Awater onder de aandacht te brengen. Totaal gaat het om zes maal Awater Live per jaar.

Awater Live wordt mede mogelijk gemaakt door het Lira Fonds.

  • Perdu, Amsterdam

    5 februari 2020
    Perdu, Amsterdam

    Op de slotavond van de Poëzieweek werd in Perdu de poëzie geprezen. De Poëzieclub maakte de nominaties bekend van de Grote Poëzieprijs en De Gedichtenwedstrijd en Awater reikte de twaalfde Awater Poëzieprijs uit en presenteerde het winternummer. Dat presenteren begint inmiddels een traditie te worden. Onderwerpen uit het nieuwste nummer van Awater krijgen live een extra dimensie. 

    tekst en foto's: Liliane Waanders


    Poëzie in de publieke ruimte

    Literatuurwetenschapper Kila van der Starre doet onderzoek naar poëzie buiten het boek, schreef voor het nieuwe nummer het artikel Straatpoëzie in Nederland en Vlaanderen en gaf in Perdu een college over straatpoëzie. Een schrijnende conclusie: de meeste mensen komen ‘per ongeluk’ in contact met poëzie. Per ongeluk in de betekenis van zonder er zelf naar te zoek zijn geconfronteerd worden met een gedicht: tijdens een begrafenis of huwelijk; op radio, televisie, in de krant en op sociale media, of, en daar ging het tijdens Awater Live vooral over: in de publieke ruimte.



    Interactief werd het college van Kila van der Starre toen ze inzoomde op de manier waarop het gedicht Onvervreemdbaar van Ida Gerhardt - de dichter met de meeste vermeldingen op straatpoëzie.nl - op diverse locaties vormgegeven is. Dan blijkt dat er nog heel wat komt kijken bij het overeen laten komen van de linguïstische code (de tekst van het gedicht) en de materiële code (de fysieke drager). In Zutphen sloeg men de plank compleet mis door het achterwege laten van de laatste strofe. In Almelo sluit de vormgeving een eenduidige manier van lezen uit, waardoor de tekst voor verschillende interpretaties vatbaar wordt.


    Jan Cleijne verstript Menno Wigman

    Voor de rubriek Verstript gedicht ontfermde illustrator en stripmaker Jan Cleijne zich over Intensive care toen hem gevraagd werd een gedicht van Menno Wigman te verstrippen. Hij las het gedicht, maar ‘niet echt echt’, waarmee Jan Cleijne bedoelt dat hij in plaats van het gedicht uit te pluizen, zich vooral tot de tekst probeerde te verhouden.
    Hij begon na het lezen vrijwel meteen te tekenen, om te zien wat er gebeurde. Van die eerste beelden is relatief weinig overgebleven. Zo sneuvelde het idee om de tekst integraal onderdeel van de tekening te laten zijn.


    ‘Omdat het zo’n intens gedicht is over de dood en het ervaren van de naderende dood - althans, zo heb ik het gelezen - heb ik geprobeerd me voor te stellen hoe dat dan is.’ Of hij Menno Wigman zelf af moest beelden, stond voor Jan Cleijne niet bij voorbaat vast, maar in de definitieve versie - een drieluik - kijkt ‘de dichter als het ware naar zijn eigen intensive care kamer.’


    De Awater Poëzieprijs

    Een Awater Poëzieprijs-mok en vijfhonderd euro, dat krijgt de winnaar van de Awater Poëzieprijs die dit jaar voor de twaalfde keer werd uitgereikt. Op basis van de top-3 van een keur aan beroepslezers kwam Winterlaken van Mischa Andriessen als winnaar uit de bus.

    Mischa Andriessen toonde zich na de bekendmaking verguld met de toekenning van de prijs - ‘Waar andere jury's vaak bestaan uit een aantal mensen die de winnaar aanwijzen, is de Awater Poëzieprijs door de omvangrijke jury van poëziekenners en -critici een breed gedragen oordeel. Ik voel me zeer vereerd’ -  maar beperkte zich tijdens Awater Live tot het voordragen van twee gedichten, waaronder het titelgedicht Winterlaken:




    Nominaties

    De Awater Poëzieprijs was de enige prijs die in Perdu werd uitgereikt, maar er werden nog wel nominaties bekendgemaakt. Aan Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja de eer om als voorzitter van De Gedichtenwedstrijd - de opvolger van de Turing Gedichtenwedstrijd - de duizend inzendingen te presenteren die doorgaan naar de volgende ronde. Waarna de duizend nummers van de nu nog anonieme gedichten over het beeldscherm dansten.

    Herkenbaarder waren de vijf dichters en hun bundels die nog in aanmerking komen voor De Grote Poëzie Prijs 2020. Uit elke bundel werd een gedicht voorgelezen en dus was het voor de goede verstaander duidelijk dat dit de kanshebbers zijn:

    - Hogere natuurkunde van Ellen Deckwitz;
    - Godface van Asha Karami;
    - Lijfrente van Vrouwkje Tuinman;
    - Het leven van sterren van Marwin Vos en
    - Zon van Peter Verhelst.

    Juryvoorzitter Noraly Beyer kon niet anders dan erkennen dat de jury het spreekwoordelijk moeilijk had gehad met het maken van een selectie, maar gaf ook grif toe dat uit de lijstjes van de leden van de jury - Roos Van Acker, Anna de Bruyckere, Babs Gons, Kila van der Starre en zijzelf - ook een grote mate van overstemming sprak.