Poëzie Live

Awater is meer dan een tijdschrift. We staan met regelmaat op literaire festivals, in boekwinkels en elders op een podium met een poezieprogramma: Awater Live. Hier lees je de verslagen van eerdere edities, vaak met luisterfragmenten.
Daarnaast zoeken we de poëzie op door festivals in het hele land te bezoeken: met een stand of als bezoeker, zoals Poetry International, De Nacht van de Poëzie of Dichters in de Prinsentuin. Hiervan doen we op deze plek ook verslag.

  • Perdu, Amsterdam

    1 februari 2023
    Perdu, Amsterdam

    Opening Mustafa Stitou


    Hoe kun je de aflevering van Awater Live waarin de Awater Poëzieprijs uitgereikt wordt aan Mustafa Stitou beter beginnen dan met een voordracht van de dichter. Pas daarna betreedt moderator van dienst Thomas Möhlmann het podium om de rest van de avond in te leiden.

    tekst en foto's: Liliane Waanders


    Dialect vertalen

    De eerste gastspreker tijdens deze aflevering van Awater Live is Ivo Smits, hoogleraar Letteren en culturen van Japan aan de Universiteit Leiden. Voor Awater schreef hij een inleiding op het werk van de sociaal en politiek bewogen Japanse dichteres Takako Arai van wie ook drie gedichten in vertaling in het tijdschrift staan. In zijn inleiding zoomt Ivo Smits in op een bundel uit 2017 – waarvan de titel vertaald zou kunnen worden als De gedichten van Ishikawa Takuboku in vertaling door omaatjes uit de Tõhoku - waarin Takako Arai een stem geeft aan vrouwen in het noord-Japanse stadje Funato, door hen te helpen bestaande poëzie in het dialect van de streek te vertalen.  Smits vertaalde een aantal van die gedichten vervolgens in het Nederlands en zag zich gesteld voor een dilemma: de trots voor de streektaal die uit de gedichten spreekt vangen in een dialect of de gedichten in Algemeen Beschaafd Nederlands vertalen.




    ‘Het gebruiken van dialect, niet alleen uit die streek, is essentieel in het werk van Arai. Ik weet dat het in Nederland een vuistregel onder vertalers is dat je nooit dialect vertaalt in een dialect. Dat heeft zelden het gewenste effect. Want welke equivalent gebruik je dan? Maar soms is de verleiding voor mij erg groot, en in dit nummer van Awater heb ik enigszins gezondigd tegen deze vuistregel. Ik ben daarbij wel door de redactie teruggefloten: “moet je dat nou wel doen?” ’, waarna Ivo Smits zijn vertaling herzag, maar niet alle streektaalsporen wiste.

    Hoezeer het gebruik van streektaal een kenmerk is van het werk van de geëngageerde dichter blijkt volgens Ivo Smits ook uit het gedicht Gun ons de ochtend dat Takako Arai tijdens Poetry International 2022 voordroeg. Terwijl Jeffrey Angles koos voor een vertaling in het standaard-Engels, sloot Ivo Smits aan bij de intenties van de dichter.




    De staat van de (internationale) poëzie

    In het winternummer van Awater maken Rob Schouten, Dirk de Geest en Jan Baeke de staat op van respectievelijk de Nederlandse, de Vlaamse en de internationale poëzie. Jan Baeke is tijdens Awater Live te gast om de hoofdlijnen uit zijn stuk – met de titel ‘Zeg je gedicht zijn ogen te sluiten en niet te kijken wie het waar publiceert’ - toe te lichten. Baeke constateert dat ondanks eventuele cultuurverschillen er toch sprake is van een universele poëtica onder jonge dichters. Zij verhouden zich in toenemende mate tot de maatschappelijke werkelijkheid waarvoor zij zich gesteld zien, en dat klinkt door in hun poëzie. Daarbij schuwen zij complexiteit niet, en dat maakt dat hun werk anders dan tijdens de vorige geëngageerde periode in de jaren zestig en zeventig veel minder pamflettistisch is. Dichters voelden zich toen geroepen stelling te nemen, terwijl de huidige generatie op een genuanceerde en experimentele manier geëngageerd is.




    Dat betekent volgens Jan Baeke niet dat de in een cultuur gewortelde poëzie verdwenen is. En ook de dichters die zich bewust zijn van de eigen traditie en/of gebruik maken van specifieke, voor een land of cultuur kenmerkende poëzievormen kunnen rekenen op aandacht en respons. Het (taal)bewustzijn van jonge Nederlandse en Vlaamse dichters wijkt volgens Jan Baeke niet af van ontwikkelingen die zichtbaar zijn in de internationale – ‘universele, kosmopolitische’ - poëzie.

    ‘Wat ik wel opmerkelijk vind: er is ook nog zoiets als de invloed van internet en de social media en dat betekent dat er heel veel poëzie gemaakt wordt die we kennen als “Instagram-poëzie”. En je hebt natuurlijk de spoken word- en slamtraditie, de performatieve poëzie die ook een belangrijk rol vervult in de wereld. En daar zie je wel heel ontwikkelingen die heel sterk horen bij het gebied waar die poëzie zich afspeelt.’
    Het gebrek aan mogelijkheden om poëzie in gedrukte vorm te verspreiden, maakt dat dichters in sommige, met name Afrikaanse, landen aangewezen zijn op Instagram of TikTok.  ‘Het feit dat je de poëzie een stem geeft via Instagram of gefilmde optredens betekent ook dat je publiek bereikt dat geen toegang heeft tot poëzie die via traditionele kanalen wordt verspreid.’

    De constatering dat daarmee de vraag naar de positie en status van die nieuwe vormen van poëzie nog niet definitief beantwoord is, is voor Thomas Möhlmann reden om op te roepen tot een vervolg(gesprek) dat verder gaat dan alleen het beschrijven van de staat van de poëzie.

    Luister hier naar het gesprek dat Thomas Möhlmann voerde met Jan Baeke:


    Awater Poëzieprijs voor de tweede keer naar Mustafa Stitou

    Myrte Leffring, hoofdredacteur van Awater, reikte – bij afwezigheid van Vicky Francken - de vijftiende Awater Poëzieprijs uit, een prijs die jaarlijks wordt toegekend door beroepsmatige poëzielezers. Dit jaar leverden 35 beroepslezers/recensenten hun top 3 in. Op zestien lijstjes kwam de bundel Waar is het lam? van Mustafa Stitou voor. Over die bundel zeiden zij onder andere:


    ‘Stitou beziet het mystieke zowel met eerbied als een zekere omzichtigheid en scepsis. In zijn poëzie tracht hij het banale met het sacrale te verenigen, het heilige met het profane. In deze bundel toont hij zich een meester der bezwering, hij maakt de lezer deelgenoot van een in taal uitgevoerd ritueel.’

    ‘Indrukwekkende bundel over het gewelddadige van religie.’

    ‘De rode draad is het offer. Op geheel oorspronkelijke wijze vloeien mens, dier en God in elkaar over.’


    Waar is het lam?
    kreeg in totaal 44 punten. Voor Mustafa Stitou was het de tweede keer dat hij de prijs – een geldbedrag en een mok met de cover van zijn bundel – in ontvangst mocht nemen. In 2013 was Tempel volgens de beroepslezer de beste bundel van dat jaar.


         

    Menno Wigman

    In zijn dankwoord staat Mustafa Stitou stil bij de sterfdag van Menno Wigman. In de nasleep van het schrijven van Waar is het lam? luisterde hij naar Abbey Road van The Beatles en herlas hij werk van Menno Wigman, waarbij met name de zin ‘Waarom, mijn lichaam, heb ik nooit in je geloofd?’ [uit ‘Afscheid van mijn lichaam’, uit de bundel Slordig met geluk, lw] als een mantra in zijn hoofd bleef klinken.

    Omdat de staat van de poëzie volgens Mustafa Stitou, verwijzend naar het gesprek met Jan Baeke, beweging is. Een beweging is ook: terugkeren naar het oeuvre van een ander. Dat gezegd hebbende draagt de dichter nogmaals voor uit zijn prijswinnende bundel: