Drie weken geleden droeg ik tijdens het Poetry International Festival voor bij het Spoken Word programma Volmondig. Een avond waarbij poëzie en eten met elkaar werden verbonden. Zo werd bij elk van de zeven dichters door kok Emily Wong een gerecht bedacht en klaargemaakt. Ik was een voorgerecht en bestond uit bietencarpaccio met een gemarineerd ei.
Het concept is bijzonder: het publiek luistert naar de woorden van de dichter en eet ondertussen gezamenlijk het gerecht dat is klaargemaakt aan de hand van de dichter en soms zelfs aan de hand van een gedicht. Zo krijgen de woorden een extra zintuiglijke ervaring. De woorden dragen bij aan het gerecht en het gerecht aan de woorden van de dichter.
Kort na de avond werd ik door een redacteur gevraagd een gedicht te schrijven voor een publicatie rondom eten en koken. Het was alsof er een algoritme in de lucht hing. In mijn poëzie schrijf ik vrijwel nooit over eten, dus verbaasde ik mij erover dat dit thema in een korte tijd tweemaal de revue passeerde. Toch vind ik de link tussenbeide fascinerend: woorden die worden gekoppeld aan onze smaakpapillen.
Dat eten een belangrijk thema vormt binnen de poëzie word me steeds duidelijker. De website Poetry foundation heeft er binnen haar poëziecollectie zelfs een categorie aan gewijd: ‘Poetry and food’. Die collectie bevat weer subcategorieën zoals ‘Planting and harvesting’, ‘eating with family’ en ‘hunger and discipline’: gedichten over eten, koken en onze relatie met eten. Het gedicht Persimmons van Li-Young Lee trok mijn aandacht.
Li-Young Lee schrijft in zijn gedicht Persimmons vanuit verschillende perspectieven over de kakivrucht, waarbij de vrucht telkens wordt doorgegeven. Zo komt de vrucht terug in het leren van het Engels in 6th grade, schrijft hij hoe de vrucht op zijn best is en hoe die te eten, is er een ontmoeting met een geliefde, wordt de kaki aan een vader gegeven als troostmiddel en is er de moeder die zegt dat elke kaki een zon in zich draagt.
Het afgelopen weekend kookte ik met mijn moeder uit het boekPalestine on a plate. We kozen verschillende gerechten waarvan we dachten dat ze bij elkaar pasten. We letten daarbij op kleur, smaak en textuur. We deden boodschappen en struinden winkels af voor specifieke ingrediënten. Eenmaal thuis aangekomen bekeken we onze vondsten. We sneden groenten, grilden ze, brachten ze samen, bereiden kabeljauw in een peterselieknoflooksaus. We maakten het eten zorgvuldig klaar, proefden tussendoor telkens of het niet nog iets meer tahine, knoflook of olijfolie nodig had.
Tijdens het koken legde ik de link met het schrijven van mijn poëzie. Hoe ik een concept vorm, zorgvuldig bijpassende woorden en zinnen kies, hoe ik die afmeet, woorden verwijder en toevoeg. Ik blijf proeven, blijf lezen, tot ik het gevoel heb dat alle ingrediënten in harmonie zijn met elkaar. En daar is dan het gedicht. Daar is het gerecht. En in sommige gevallen, zoals in het gedicht van Li-Young Lee, zijn daar de poëzie en het eten.
7 juli 2021