Clubkeuze

Elke editie kiest een panel van poëziekenners de meest interessante bundel van het seizoen. Awater-abonnees krijgen deze Clubkeuzebundel automatisch thuisgestuurd. Hieronder vindt u een overzicht.
  • 2013-1

    2013-1

    Radiowaterval

    Dit najaar was onder het grote aantal sterke inzendingen voor de Clubkeuze Radio waterval van Leo Hermens (1961) de grote verrassing. Op de wonderlijke golflengte van deze bundel spuwt de radio onafgebroken zijn programma's uit: praatjes, popsongs, klassieke muziek, nieuws en reclame. De lezer wordt overspoeld met binnenwereld en buitenwereld, met fenomenen en fantomen, kortom, het ononderbroken kolken binnen en buiten ons lichaam. We kunnen proberen ons tegen de vloedgolf te verzetten – we kunnen de radio uitzetten, het boek dichtslaan – maar we kunnen ons er ook in onderdompelen. Dan kom je bij de grote woorden als ‘overgave’ uit. Voor zulke overgave moet je de dichter kunnen vertrouwen. En gelukkig kan dat. Hermens schreef een schaamteloos glitterige bundel, die begint met het dopen van de boot die kennelijk naar de waterval gaat varen.


    Denk champagne onder de boeg.
    Zet zwier in tot het schuimt
    tot het water naar olie kleurt
    tussen de plezierboten in de jachthaven. Denk vooral regenbogen.


    Maar Hermens’ taal is niet losgezongen van de wereld. Misschien heeft de dichter de kritiek op zijn eerste bundel
    Totzoverdetover ter harte genomen. Toen kreeg hij hier en daar het verwijt dat de gedichten vooral een virtuoos taalspel waren en te weinig zeggingskracht hadden. Het is deze keer duidelijk waar de gedichten over gaan: de buitenwereld moet met liefst zo mooi mogelijke woorden, klanken, alliteraties en ritmes bezworen worden en blijven waar hij is, namelijk buiten. Daar kan hij geen kwaad.

    Binnen probeert de dichter zich in zijn taal te verschansen met barokke alliteraties als het honingbijenblauwe uit bloesemof met geestige wijsneuzigheden als alleen doordromende mannen/ kunnen tegen een gat leunen,/ steunen op goed nieuws. Ook de hemel haalt hij binnen zijn bereik. Ik ken de hemel door haar hars/ en grote beer van knoesten, schrijft hij.

    De dichter doet zijn best om de boze krachten te bezweren die alles van luister en magie willen ontdoen. Dreiging gaat bij deze dichter gepaard met ‘gewone’ taal, met dingen die bij hun woord worden genoemd. Niet hun naam, maar hun woord. Iets bij zijn naam noemen is in deze poëzie al snel een magische handeling, oftewel: een veiligheidsmaatregel. Het gevolg is dat hij de werkelijkheid juist heviger laat voelen. Met zijn taalhedonisme wil hij de lezer wegleiden van de sleur en daardoor krijg je juist oog voor de sleur. Uit het gedicht Voornemens:


    Januari onder de nietmachine
    sliert tegen kerst als engelenhaar
    uit de zin voor zin versnipperaar.
    We blinken op de foto
    want we zijn gekozen om een kans te maken.

    Een dag die niet kapot kan? Geef je daar maar eens aan over. Samen met Hermens.


    Bas Belleman en Elma van Haren