De dichtbundel Winterlaken van Mischa Andriessen heeft de Awater Poëzieprijs 2019 gewonnen. Dat wordt bekend gemaakt in de nieuwe editie van poëzietijdschrift Awater die eind deze week verschijnt. 27 Nederlandse en Vlaamse beroepslezers (poëziecritici, -docenten en -bloemlezers) kozen uit het poëzieaanbod van het afgelopen jaar de bundel die zij het meest waarderen.
De Awater Poëzieprijs is de jaarlijkse poëzieprijs van poëzietijdschrift Awater ter waarde van € 500,- . Dat bedrag is weliswaar bescheiden, maar de symbolische waarde van de prijs is groot: ze representeert de waardering van de gezamenlijke poëziekritiek.
Voor de toekenning van de prijs is een keur aan beroepslezers (medewerkers van o.m. de Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, De Standaard, De Groene Amsterdammer, Poëziekrant en Awater) gevraagd een top-3 samen te stellen van dichtbundels uit het afgelopen jaar. Aan de hand van deze lijstjes kregen de bundels punten toegekend. Na telling eindigde Winterlaken van Mischa Andriessen met stip op nummer 1. Een aantal citaten uit de meegeleverde begeleidende juryverslagen:
‘Doorwrochte gedichten met een hartverscheurende ondertoon. Een bezwerende bundel over een groot gemis.’ ‘Ingetogen en aangrijpend, nauwkeurig, onnadrukkelijk muzikaal.’
Eerder werk van Mischa Andriessen werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs en de J.C. Bloem-Poëzieprijs.
Op woensdag 5 februari a.s. zal de traditionele Awater Poëzieprijs-mok aan Mischa Andriessen worden uitgereikt tijdens een feestelijke avond bij Perdu in Amsterdam.
Andriessen zegt heel blij te zijn met het winnen van de prijs. "Waar andere jury's vaak bestaan uit een aantal mensen die de winnaar aanwijzen, is de Awater Poëzieprijs door de omvangrijke jury van poëziekenners en -critici een breed gedragen oordeel. Ik voel me zeer vereerd."
Over zijn bundel en het schrijfproces zegt hij:
“Aanvankelijk twijfelde ik of ik met deze bundel op het juiste spoor zat. Het is een heftig thema en er ligt voortdurend het gevaar op de loer dat het sentimenteel wordt. Of juist levenloos. Uiteindelijk heb ik gewoon doorgeschreven. Ik heb het gevoel dat het me is gelukt qua toon de balans te vinden.”
“Ik heb relatief kort gedaan over deze bundel. Achteraf kan ik zeggen dat ik veel heb geleerd van twee opdrachten die ik in de afgelopen jaren kreeg: een hoorspel en een voorstelling. Voor beide opdrachten had ik relatief weinig tijd. Daardoor kon ik niet uitgebreid stilstaan bij alles wat er stond. Iets wat ik met poëzie wel geneigd ben te doen.”
“Door die opdrachten weet ik dat het niet altijd nodig is om lang na te denken over wat ik te schrijven heb. Je hebt je thema’s als schrijver altijd wel bij je. Bij mij gaat het altijd over een of meer krachten die tegen elkaar in bewegen. Vriendschap, ontheemdheid… In ‘Winterlaken’ is het een liefde, een groot verdriet, twee mensen die proberen vast te houden wat er hopelijk nog is.”